Camping Trubbels

Lieve Trui,

Moet je horen. Je ken tante Lena toch? Je weet wel: ze word 'de freule' genoemd, omdat ome Dirk d'r nogal wat poen heb nagelate. Nou hep Lena ook nog een nichje hier. Wiesje. Niet bepaalt veel seksepiel, ook niet zo slim, maar eigelijk best lief. Nou is die Wiesje eindelijk tegen d'r grote sjans angelopen. Da's mooi vanzelfs, maar ze is verkikkert op een wat ouwere goser. Beetje een gladjanus die z'n slappe was graag buite laat hange. Dus Lena en d'r zus wilden graag wete wat voor vlees ze in de pot hadden. Sou ik ook willen als het m'n bloedeige kind was. Ja toch?

Nou ken mijn Jan nogal wat lui via de biljartclub. Eén van die gasten was froeger bij de reklassering. Die wist te vertelle dat die gozer in z'n jeugd geen lievertje was en dat-ie nogal wat had geflikt. Niet echt voor schut gegaan hoor, maar toch... Dus ook maar effe gevraagt naar de negotie waar die goser altijd zo dik over zat te doen in de kantine. Bertus van Dam (die boekhouwer, ja) keek met z'n kompjuter naar wat stukke en cijfers in een kamer met koophandel of so. Folgens hem was 't allemaal gesjacher in gebakke lucht. Geen krimineel gesjoemel, maar seker niet zo jofel as die vrijer Wiesje had opgespeld.

Dus wat doet Lena? Die gooit een balletje omhoog bij Wiesje. Heel voorsichtig hoor, maar de tent was subiet te klein. Wat seg ik? De hele camping was te klein! Wiesje riep, dat Lena niks deed as versliegere, diskriminere en op d'r cente zitte. En dat ze bezig was de negotie van die gladjanus naar de filisteine te helpe met d'r gestook. En dat Lena d'r (Wiesje dus) altijd al had achtergetrokke omdat d'r vader en moeder gescheien waren en geen cente hadde. Afijn, je ken dat wel.

Lena hield zich mooi gedeist, maar zei wel dat ze die goser niet meer wilde zien. En wij ook niet. Maar dat zij altijd mocht blijve komen. Ook met vriendinne en zo.

Nou komt herrie in de beste families voor, maar dit werd kompleet oorlog. We moeste allemaal meegeniete. Of we wilden of niet. Die gladde goser naar de campingbaas. Of hij Lena maar even uit d'r jas wilde vege...

Verders had Lena die vent van de kampkrant ooit een blautje laten lope en nou kentie 't niet hebbe dat ze hier wat in de melk hep te brokkele. Dus ging Wiesje regelrecht bij hem d'r gal uitspuge. Nou, 't lijke de Hoekse en Kralingse twiste wel: de ene helft van de camping is voor Lena en de andere helft zogenaamt voor Wiesje. Da's pure kinnesinne tege Lena natuurlijk, maar dat zegge ze d'r niet bij...

Niemand schijnt zich trouwes nog af te vrage of die gladjanus nou deugt of niet. De een zegt dat Lena zich nergens mee had moge bemoeie, de ander beweert dat mijn Jan niks had moge navrage en de derde geeft boekhouwer Bertus Van D de schuld. Allemaal seggen ze dat de campingbaas op z'n stuk had moeten gaan staan. De vader van Wiesje hep zich d'r zelfs nog tegenaan bemoeit, maar die kreeg ook niks klaar.

't Is allemaal zo omhoog gelope dat bure niet meer tege mekaar prate, kinderen niet meer met mekaar magge spelen en de bingo helegaar is afgelast. Intussen hep Wiesje de pleiterik gemaakt en leg ze bij die gladjanus te hokke in z'n staancaravan.

Nou Trui, ik en Jan hebbe 't hier wel gezien. Volgend jaar blijve we gewoon in Almere met paar weekies Lochem.

Je vriendin Miep.