Voor één keer naar de Spaanse Zon

29-01-2025


M'n bioritme is volstrekt van slag. Vanaf eind januari al. Ik lijd wanhopig aan een soort klimatologische Jetlag van een maand of vier. Want laten we wel wezen: bij dit deel van 't jaar horen gure regen, snijdende storm en als 't even kan een pak sneeuw. Met ijs in de sloten. Dan wil ik mijn 'Lammy' aan en een bontmuts op. Want van een stralende zon en vierentwintig graden in de schaduw krijg ik kennelijk de meest zorgwekkende verschijnselen. Sommige depressie-patiënten zien dan misschien beestjes en zeer sombere kleuren, maar ik zie een blauwe zee met witte bootjes. Ik zie mensen op zonovergoten terrasjes, nippend aan glaasjes wijn en klokkend van pinten bier. En waar ik ook kijk: overal zie ik zonnebrillen, strohoeden, bermuda's, blote armen, bruine benen, open auto's, uitgeklapte parasols, neergelaten zonneschermen; allemaal te gek om op te noemen. Ik wil terùg, want dit is toch niet normáál in februari?

Nu was er sowieso al niets normaal afgelopen maanden. Het begon al bij de eerste grens. Immers, de Belgen hadden - in de wijsheid hen eigen - besloten om alle ìn-landige vreemdelingen in één klap te legaliseren. En dus werden slagbomen hermetisch vergrendeld. Want elders in de EU stonden er een paar honderdduizend asielzoekers in de startblokken om zich ook even aan te dienen. Dus dat gaf grensfiles van een uur of wat... Had ik dat? Ja, dat hadden wij! Moet u daarna eens proberen om op een inktzwarte winteravond rond Namen een landelijk hotelletje te zoeken... Nou, om acht uur vonden we iets dat 't midden hield tussen een middeleeuwse herberg en een afgedankt daklozenlogement. Maar ik zal uw eetlust niet bederven, want we hadden zelf gelukkig schoon beddengoed in de auto! Plus alle soorten medicijnen tegen schimmels, salmonellen, parasieten en ander tuig dat via de orale weg maag en darmstelsel kan ontregelen. Na met armen vol bagage nog even machteloos in de kuiten te zijn gebeten door 't vlooienhondje van de Hotelmadam, ging alles verder uitstekend. Onderweg hadden we gewoon sneeuw, regen, wind en gladheid. De onnavolgbare route rond Lyon bleek één krankzinnige caroussel vol toeterende automobielen. En het was tenslotte winter, dus werd het vroeg donker op weg naar Grenoble. De richting was fout derhalve, maar het hotel bleek goed.

In de Pyreneeën waaide zo'n Hitchkock-achtige wind met van die onheilspellende vlagen. Doch dat is daar gewoon zegt men. Langs Barcelona schijn je meerdere routes te hebben, maar één daarvan voert langs alle industriegebieden, die elkaar waarschuwen om op het juiste moment ontelbare vrachtwagens los te kunnen laten. Precies als jìj langs komt! Dan krijg je een namelijk gedisciplineerd voorproefje van ongedisciplineerd Spaans weggebruik: 'ik was hier eerst', 'boem is ho' en 'boem-boem is parkeren'. Een hotel zoeken in het spitsuur van donker Reus is ook al geen eenvoudige zaak. Ondanks de aanwezigheid van een vliegveld.

Geestelijk nog behoorlijk gedesoriënteerd, misten we de volgende morgen de kortste route naar de tolweg. Met als straf stoffige bergwegen en honderden haarspelden achter rokende dieseltrucks door rustieke dorpjes, langs oranje en gele citrusvruchten. Hemelsbreed gemeten, kom je dan drie uur later en dertig kilometer verder weer op de snelweg.

Onze appartementenverhuurderij bleek dus bij aankomst gesloten. Op naar een kamer bovenin een Benidorms hotel derhalve. En het ware beter geweest om dáár te wachten op betere tijden, want in Villajoyosa heb je één appartement dat recht boven de disco is gesitueerd. Dàt bleek dus het onze. Ooit gevoeld hoe dat is: uren lang bonkende Heavy Metal schuddend aan de wankele poten van je piepende bed? Natuurlijk, het uitzicht over zee was adembenemend. Maar dat waren de uitlaatgassen van de continue stroom toeterende auto's en gierende brommers ook. Handig was wel dat het keukengerei geen handvatten nodig had, omdat 't vanzelf aan je handen plakte. Mede als gevolg van de bad- en keukenboiler, die per twaalf uur hooguit twee emmers warm water produceerde.

Kortom, m'n heimwee tierde welig, m'n jetlag kondigde zich aan en ik was bereid Beëlzebub alles te beloven om maar terug te mogen. Zo niet mijn vrouw, want die is zonnig van aard (vooral als dat ding continu schijnt), ging dus naar een lokale kapper en ontmoette daar een lieve fee die ons zomaar ineens naar een prachtig appartement in Albir toverde.

Edoch, we hàdden natuurlijk vooraf een paar zinnen Spaans kunnen leren. En ik hàd de verkeersregels moeten bestuderen (als die er zijn tenminste). En we hàdden kunnen weten dat Spaanse eethuizen àltijd open zijn, behalve op tijden dat wij Hollanders gewend zijn de piepers te laten garen.

Maar na drie weken acclimatiseren, vier acupunctuurbehandeling, vijf lessen Yoga, zes tabletjes valium per dag en een cursus gebarentaal, kwam ik toch enigszins tot rust. En na zeven weken werd m'n bede verhoord: we mochten we terug. Nou, dàt was in drie dagen gepiept, want inmiddels wisten we dat je hotels in boekjes kunt opzoeken. Dat er rond Barcelona ook een veel stillere weg loopt. En dat je bij Lyon gewoon de kortste route kunt volgen.

Dus zitten we nu weer thuis waar 't stormt, regent, hagelt, onweert. En ik kom jacks, jassen en hoofddeksels tekort. We lopen weer allerlei verplichte, sociale nummers af, ik ben bezig met zinnige en onzinnige correspondentie, praat met telefooncomputers van zowat alle bureaucratische instellingen in dit land, moet m'n belastingpapieren nog invullen en zit punctueel om zes uur aan de boerenkool. De broodnodige inspiratie voor behoorlijke columns zakt steeds verder richting een bedenkelijk niveau, want ik moet de badkamer schilderen, de tuin restaureren en de zolder opruimen. Nazaten komen ongevraagd logeren en sturen zogenaamd onmerkbaar aan op een Costa-huiskoop-situatie die hen natuurlijk ook prachtige vakantiekansen biedt. En hùn nazaten ontregelen met hun kleverige plakhandjes al m'n geluid-, beeld- en computerapparatuur plus planten en snuisterijen, terwijl mijn eega hen altijd nèt te laat achtervolgt met sopdoek en stofzuiger. Hun lawaai en destructieve arbeid laat zich slechts voor duur geld afkopen, want door verbieden verworden de tere kinderzieltjes later misschien wel tot geharde crimineeltjes.

Kortom, alles is weer volstrekt normaal op m'n nog steeds verstoorde bioritme na. Want dat wil een blauwe zee met witte bootjes. En op terrasjes daarnaar kijken met een glaasje Rioja. En het kan me allang niets meer schelen wat die Spanjaarden met hun auto's en scooters doen. Ik wil af en toe best met van die grote flessen water slepen. En een statistisch risico lopen de lucht in te vliegen samen met zo'n oranje gasfles. Ik weet inmiddels de kans te hebben opgelicht te worden door zo'n louche timesharingverkoper of bestolen na zo'n tolwegpoortje of bij een supermarkt. Het zij zo. Ze mogen zèlfs voor me uitmaken op welk tijdstip van de dag ik wel of juist niet mag eten.

Maar ik wil wèl terug. Gisteren als 't kan!