De WhatsApp van Gisteren

Dacht je dat men in het jaar 1955 elkaar niks te vertellen had als de één in Noordholland woonde en de ander in Limburg? Het is heel waarschijnlijk dat ze allebei thuis nog niet over een telefoon beschikten. Of tenminste één van hen niet. Een abonnement was niet goedkoop en enkele maanden met spanning uitkijken naar de aansluiting was geen zeldzaamheid. Naar de supermarkt voor een simkaart was nog lang niet aan de orde. Dus dan moest de beller naar een telefooncel. Met dubbeltjes en later kwartjes in z'n zak. Nee, dan was zo'n kaart toch makkelijker. Niet mee eens met wat je geschreven had? Dan hoor of zie ik dat morgen wel. Of overmorgen als het niet zo'n verschrikkelijke haast heeft.
De verzender en de ontvanger van deze kaarten waren familie. Dat is wel duidelijk. Maar ze woonden niet bepaald bij elkaar om de hoek. De briefkaart was dus een prima communicatie middel. Vandaag vóór de "laatste lichting" in de rode brievenbus van de PTT (Post Telegraaf Telefoon) en de volgende dag ter plekke. Met de posttrein. Vandaar die sorteerhallen dichtbij de grotere stations. Zo niet 's morgens vroeg al bezorgd dan toch wel bij de middagpost. Nu zijn we toe aan éénmaal postbezorging per twee of drie dagen. Dank je wel SMS, WhatsApp en E-mail. En niet te vergeten de Online winkelbedrijven…
Privé was een brief in een envelop toen al te omslachtig als iets een beetje haast had. Zakelijke post uitgezonderd. Tenzij er veel moest worden gedeeld of dat wat er in stond niet voor andermans ogen bestemd was. Trouwens, dan kon je nog twee kanten op: dichtplakken en de hoogste prijs betalen. Een iets duurdere postzegel. Of alleen maar dichtvouwen maar niet plakken. Daarmee gaf je aan dat het teveel was voor een briefkaart maar toch ook weer niet geheim.
Het zou me niet verbazen als een groot deel van die dicht geplakte enveloppen bestond uit met de handgeschreven liefdesbrieven. Daar hadden broertjes en zusjes niets mee te maken. Al barstten ze toen natuurlijk nog wel van nieuwsgierigheid. Maar het openmaken van andermans post was op z'n zachtst gezegd een blijk van onbetrouwbaarheid. Nu zou men zeggen: schending van de privacy. En terecht. Want zelfs ouders werd dat niet in dank afgenomen.
Maar goed. De briefkaart is een lang leven beschoren geweest. Driekwart eeuw schat ik zo. Dat zegt toch wel iets. Meestal lagen er ergens wel een aantal blanco in huis. Bij de postzegels voor brieven of pakjes. Want voor verzenden van zo'n briefkaart had je al betaald. De postzegel was er voor 't gemak al op gedrukt. Waarom er op deze kaart een zegel van tien cent extra is geplakt? Geen idee. Ho wacht even... De schrijvers waren waarschijnlijk verzamelaars van postzegels. En afgestempeld waren die meer waard. Die truc kende ik ook nog niet.
Ja, postzegels verzamelen was een lucratieve hobby. Daar werden niet alleen speciale albums voor gedrukt. Maar het was ook een soort belegging. Elke postzegel was onderdeel van een serie. En zo'n serie werd uitgegeven door de posterijen van vrijwel elk land. Ze waren pas echt wat waard als ze gebruikt en gestempeld waren maar onbeschadigd. Het losweken was dus al een kunst op zichzelf. Er bestond ook een levendige ruilhandel. Nationaal en internationaal. Met druk bezochte beurzen. Dus wie dat decennia lang zorgvuldig bleef volhouden, kon rekenen op een extra appeltje voor de dorst. En duizend gulden of zelfs meer was in die tijd een enorm bedrag. Zeker omdat de AOW pas begin 1962 zijn intrede deed.
Inmiddels ligt de romantiek van stilletjes bewaarde brieven met zo'n lint er omheen alweer pakweg twintig jaar achter ons. Alleen in romantische films krijg je ze nog wel eens te zien. Twintig jaar maar? hoor ik je denken… Nou goed dan, dertig dan of iets daar tussenin. Maar tot de opkomst van internet was het telefoneren, brieven schrijven en in noodgeval een telegram.
Want internet is nog geen kwart eeuw oud.
Had je niet gedacht, hè…? 🤔