DROEPI

23-02-2025


Sehr geehrter Herr Freud,

Wij hebben een Yup in de familie. Aan de "kouwe kant", doch daar wordt het niet leuker door. Onze dochter denkt dat ze van hem houdt en dus hebben we met elkaar te leven. Zij zéker, maar voor haar is het toch iets makkelijker. Jaguar, Goldcard, dure kleren, zelden in de keuken, mooi huis (als je het verkoopt tenminste), af en toe weekendje New York, een weekje Saint-Tropez, VIP-box seizoenkaarten, enzovoort. Maar dus ook mooi wezen, opzitten en pootjes geven aan het 'netwerk'.

Over pootjes gesproken: toen ze nog jong, onschuldig en 'thuis' was, lagen er zoveel knuffels op haar bed, dat ze ruimte moest maken om te kunnen slapen. Die hadden allemaal een naam en zeker de helft ervan was door ons verstrekt. Met liefde. Zodra ze op kamers ging, verhuisden Droepi, NoekNoek, Jaap Aap en al hun vriendjes met haar mee. Zo ook toen er samengewoond ging worden. Maar toen heette 'John' nog gewoon Jan en vroeg hij een ober vriendelijk om een pilsje in plaats van zich met zo’n superieur handgebaar een Glenfidich te verordonneren.

Naarmate het inkomen steeg, het netwerk zich uitbreidde en steeds duurdere auto's elkaar opvolgden, pasten Droepi en z'n lotgenoten steeds minder bij het gewenste imago. En de interieurverzorgster mòcht hun aanwezigheid eens verklappen aan een collega, werkzaam bij een ánder lid van dezélfde golfclub. Of - nog erger - bij z’n geldverstrekker. Dus kwam dochterlief met weemoed en zakken vol troetels naar haar toen nog dierbare verleden en vroeg haar moeder een goed thuis te zoeken voor de weeskinderen.

We wisten ze allemaal gereinigd, gerepareerd èn met haar instemming, onder te brengen. Maar Droepi bleef. Waarschijnlijk omdat de Taiwanees die hem ooit schiep, er niet alleen al zijn vakmanschap, maar ook zijn gevoel in had gelegd. Droepi zou kunnen zijn geboetseerd naar het voorbeeld van de hond, die je onvoorwaardelijk zou houden, als hij bestond. Van waar je naar hem kijkt, hij blikt altijd terug.

Zo iets laat je dan ook niet alleen. Dus Droepi ging mee op de boot, mee naar de Costa en paste onderweg op de auto met bagage. Onze rationele verklaring luidde: als op een parkeerplaats ooit een crimineel z'n begerige blikken over de aanwezige keuze aan verlaten automobielen laat gaan, dan kan die daar met dat kinderspeelgoed nooit veel waardevols bevatten (hij moest eens weten).

Toen het bij een supermarkt uiteindelijk wèl prijs was, lag Droepi dan ook in ons appartement welverdiend uit te rusten van de zware reis... Ik moet er trouwens niet aan dènken, dat Meneer Dief hèm iets had aangedaan. Dan toch maar liever geld, pinpas of rijbewijs!

Terwijl ik dit schreef, oogde Droepi nieuwsgierig naar het scherm waarop steeds meer letters verschenen. Ook hìj begon, nu tig jaar geleden, in kerststemming te geraken. Met z'n rode, wit-omrande ijsmuts op. Ik had hem nèt toevertrouwd, dat dochterlief en haar hartsvriendin binnenkort weer te logeren kwamen. Want dan vierde John elders ter wereld een jaarlijkse golfweekje.

'Droep' verheugde zich ongetwijfeld toen al op de vertederende aandacht, die hem dan heimelijk toch weer ten deel zou vallen. Maar op dat moment zat hij daar met zo'n wijsgerige blik vol pluche kerstgedachten. Of misschien dacht hij ook wel aan dat Chinese spreekwoord, wat zegt: "Een wijs man is hij, die nimmer zijn kinderhart verliest". En daar hielden we 't dan maar op. Allebei.

PS. Wat dunkt u, Herr Doctor: is 't wel normaal als je het steeds weer zielig vindt, dat al die knuffels na een schaatstournooi als gewone 'dingen' op het ijs van Thialf worden gekwakt?