Het leek wel Oorlog in plaats van Oud en Nieuw

Ik hoor of lees nooit meer iets over rotjes, voetzoekers of gillende keukenmeiden. Dat was namelijk het vuurwerk voor amateurs van nog niet zo lang geleden. Want amateurs zijn we op dat gebied allemaal. Behalve ook nog een Bengaalse pot voor prachtig gekleurd licht en een eenvoudige vuurpijl was er voor de burger van toen niks zwaarders te koop. En dat hoefde ook niet.
Het was alleen bedoeld om het begin van een nieuw jaar een éénmalig accent te geven. En om naar uit te kijken. Niet om het ziekenhuis in te draaien. Ik was niet heilig en kocht het ook. Voor een paar tientjes. Meer hadden we er niet voor over. Omdat de kinderen het graag wilden en ik de kans schoon zag hen te leren hoe gevaarlijk vuurwerk is. Ook dát had ik gelukkig uit militaire dienst meegekregen.
"Waarom doen we het dan, papa…?"
Om 12 uur naar buiten gaan om ook de buren het allerbeste te wensen werd onderstreept met mooie sterren, pijlen en wat lawaai. Niet te hard want daar kunnen huisdieren niet tegen. Ook de actuele situatie van zieken en ouderen werd toen nog gerespecteerd.
Gemeenschapszin dáár ging het om. Niet om stoer te doen of het risico te nemen om gewond te raken. Daarna weer naar binnen, glaasjes bubbelwijn, de televisie nog even aan op een nieuwjaarsprogramma of nog even wat kletsen over goede voornemens en zo, en dat was het dan. Eens per jaar. En dat was goed zo. Niet saai, maar goed.
Geen vuurwerkshows?
Natuurlijk wel. Om de verbondenheid van steden en zelfs landen te onderstrepen. En de televisie wil tenslotte ook wat spektakel kunnen uitzenden. Maar het uitvoeren van dat Grotere Werk was aan vakmensen voorbehouden. Dat hoort nog steeds zo te zijn. Want vuurwerk is en blijft een verzameling van gevaarlijke explosieven. Hetzelfde spul dat in oorlogen wordt gebruikt.
Wat mij betreft mogen de stoere jongens (en ook meisjes) die hier met cobra’s spelen linea recta in Oecraïne gaan bewijzen dat ze zoveel verstand hebben oorlogsmateriaal. Misschien dat Zelenski hen met open armen ontvangt. Toch denk ik van niet. Hij kan geen lafbe… eh laffaards gebruiken. Dus als ze nog heel zijn mogen ze terug naar de harde kernen van onze voetbalclubs. Daar zijn ze hun loopbaan toch ook begonnen? Vraag maar aan politie en justitie.
Dus laten we het uitdenken, opzetten en uitvoeren van vuurwerkshows toch maar liever over aan de specialisten die ervoor geleerd en geoefend hebben. Die ook destijds al in asbest pakken rond liepen. Want beter kon toen nog niet. We wisten trouwens ook nog niet dat asbest op een andere manier slecht is voor de gezondheid. Ik heb het zelfs wel zitten zagen met een figuurzaag. En ik leef nog. Geluk gehad?
Nu worden vuurwerk afstekers nog beter beschermd door pakken van een ander vuurveilig materiaal.
Was zo'n rotje niet gevaarlijk dan?
Alle vuurwerk is gevaarlijk. Zelfs zo'n Bengaalse pot met al die rook. Kun je beter ook niet inademen. Maar als er zo'n rotje in je hand ontplofte was je al rijp voor de plastisch chirurg. Om je vinger(s) er weer aan te zetten bijvoorbeeld. Als dat nog kon en het afgescheurde exemplaar meegeleverd was. Dat was natuurlijk met een voetzoeker en een gillende keukenmeid precies zo.
Als je zo'n voetzoeker (het woord zegt het al) had aangestoken en 'm bliksemsnel los liet, dan schoot hij over de grond als een oncontroleerbaar projectiel tussen andermans voeten door. Elke bocht werd veroorzaakt een kleine explosie. Niet iets om dagelijks te doen. Een rotje was niks anders dan een uit z'n krachten gefabriceerd klappertje. En hoe de makers zo'n keukenmeid aan het krijsen kregen… geen idee. Afgezien van die vingers bij het afsteken was daar niet zoveel gevaar bij. Niet omdat ze ONgevaarlijk waren, maar omdat verstandige mensen schoenen droegen.
Tot zover dus de kleuterschool van het vuurwerk. Want…
IK BEN BEN ME ROT GESCHROKKEN GISTERAVOND
De kracht van een Cobra is volledig vergelijkbaar met die van een handgranaat. Meerdere cobra's en dus heb je een bom, waarmee je ook een huis kunt opblazen. Je zou toch denken dat die ramp daar in Mariahoeve in Den Haag verstandige mensen wel aan het denken zou hebben gezet.
Dat dacht ik dan ook in mìjn naïviteit. Maar kennelijk telt dit land nog maar weinig verstandige mensen. En erg medemenselijk zijn ze ook niet.
Bij het ontsluiten van de vuurwerkwinkels op maandagochtend was natuurlijk ook de NOS paraat. (Wie verkoopt in vredesnaam dat zware spul nog?). Vroeg de reporter aan zo'n volgepakte koper vol in beeld:
"Voor hoeveel hebt u daar aan vuurwerk gekocht?" Antwoord:
"Weet ik niet precies. Ik denk voor meer dan een paar duizend euro. Dat moet toch kunnen eens per jaar…." De man oogde toch wel boven de dertig. En was beslist geen miljonair. Hij zag er zelfs niet eens zo erg dom uit. En ook nìet asociaal.
Maar dat is hij wel. Dat kan niet anders. Net zoals veel meer jonge en zelfs oudere medeburgers dan ik in ons landje had verwacht. Mensen die voor geen vingernagel rekening houden met anderen die nauwelijks rond kunnen komen. Ook niets op hebben met huisdieren en oude mensen. En zelfs het invoelingsvermogen missen om te beseffen dat vluchtelingen uit oorlogsgebieden bij elke klap in elkaar krimpen, omdat zo'n plotselinge donderslag precies eender klinkt als de raketinslagen die in hùn land hele gebouwen open splijten. Met levende ouders en kinderen er in. Levend tot op dàt ene dodelijke moment.
Hier middenin ons kleine stadje. Op de derde etage van een zorgcentrum voor Oude Mensen. Waar verzorgenden werken die wel hersens en gevoel hebben. Recht daarvoor en ernaast was het afsteken die middag al begonnen, ging de hele avond zo door en kwam tot een uren durende, ononderbroken climax van oorverdovend lawaai en onafgebroken helle lichtflitsen. Erger nog dan destijds daar in Rotterdam. Toen het écht oorlog was.
Uiteindelijk zijn we toch in slaap gevallen. Met oordoppen in en de steeds vaker opkomende gedachte:
Het zal onze tijd wel uitduren, naar we hopen...