Met de kennis van gisteren

Toen hij mij leerde kennen was mijn vader technisch ambtenaar bij het G.E.B. van Rotterdam. En - naast zijn beroep zoals zo vele goed opgeleiden in die tijd - reserve officier. Toen ik hém leerde kennen was hij dat nog steeds. Hij was bovendien zeldzaam integer. Als iemand hem vroeg: "Wat stem je?" Dan zei hij: "Dat is geheim". Vervolgens voegde hij daar aan toe:
"Een ambtenaar hoort geen lid te zijn van een politieke partij, want hij dient het algemeen belang".
In die tijd was er nog geen WW maar kon een ambtenaar niet zomaar ontslagen worden. Terwille van continuïteit en betrokkenheid naar ik nu vermoed. Je kreeg zo'n betrekking ook bepaald niet op een presenteerblaadje. Kwaliteit en betrouwbaarheid waren een eerste vereiste. En hoe je je diensttijd had doorgebracht telde wel degelijk mee. Een beter curriculum vitae kon de overheid zich niet wensen.
Stemmen was verplicht in die tijd. Je kon natuurlijk ook niks invullen. Of meerdere kruisjes zetten. Dan was je stem ongeldig. Maar aan één ding viel niet te tornen: je ging wel dat stemhokje in. Met de lijst en rood potlood. En je kwam er uit met hetzelfde vel papier dat je opgevouwen door de gleuf in de bus liet zakken. Ik niet want ik was nog lang geen éénentwintig.
Een democratisch gekozen regering vond namelijk dat iedereen zich medeverantwoordelijk moest voelen voor wat de meerderheid écht wilde. Daardoor was demonstreren ook helemaal niet populair. Je was toch al wezen stemmen? Nou dan!
Geen gek idee trouwens, dat van die ambtenaar in dienst van het algemeen belang. Van élke burger dus. Ook van die 30.000 slachtoffers van wat we nu het toeslagenschandaal noemen. Was dat dan indertijd ook mogelijk geweest? Denk van niet. Eigenlijk weet ik dat wel zeker!
Als er nu nog één politicus is die er net zo over denkt als mijn vader toen, dan eet ik m'n schoenen op. En als we allemaal nog steeds zo met vrijheid omgingen zoals als hij deed, dan kende dit welvarende land heel veel problemen niet. Maar we zijn een stelletje elkaar verdringende, nare egoïsten geworden. Hoe jonger hoe erger. En dat ligt niet alleen aan vluchtelingen en immigranten. Het is vóór die tijd al begonnen. Toen mede- en tegenstanders in de Kuip niet meer in één vak mochten zitten. Ik ook niet.
Vroeg iemand toen aan een kind: wat wil je later worden? Dan kreeg je als antwoord: timmerman, stewardess of zelfs wel eens dokter. Vraag je dat nu, dan is het antwoord: A rijk en B bekend.
Maar geen van hen die zo slim is om aan een rijke of bekende Nederlander te vragen: "Ben je ook gelukkig?" Zou het antwoord JA zijn dan hebben Story, Privé en Boulevard niks meer te doen. Privacy is er niet meer en geluk staat niet meer bovenaan ons verlanglijstje. Tenzij een Rolex daar het bewijs van is.
Gezond wel. Maar als we dat zijn, dan is de dankbaarheid daarvoor bij velen ver te zoeken. We eisen gezondheid! Nu! Ook en vooral van artsen en andere zorgverleners. Zo niet, dan wordt hij of zij gestraft met een grote bek, een aanklacht, geweld of zelfs met een doodsbedreiging. Vraag maar aan specialisten en iemand van de ambulance.
Ondanks dat we overspoeld worden door gewelddadige series, films en games zijn we nog verbaasd ook als er elke dag wel een verschil van mening wordt beslecht met een kogel, een mes, of een explosief. Geweld is gewoon. We weten niet beter of het slachtoffer staat altijd weer op en gaat gewoon naar huis.
Maar in de gewone wereld is zo iemand echt wél dood, hoor!
Toch hebben zelfs scholieren steeds vaker een mes op zak. Sommige niet want die geloven nog dat het allemaal wel goed komt. Voor hèn heb ik vervelend nieuws: zó het komt niet goed! Iemand zonder mes heeft trouwens meer kans op overleven dan mèt. Als militair heb ik geleerd hoe. In dienst moeten was zo gek nog niet. Je leerde er veel meer dan dat wat je in een oorlog helaas nodig zou kunnen hebben. Hoe de vrede te bewaren bijvoorbeeld. En verantwoordelijkheid dragen. En opkomen voor een zwakkere kameraad. Was nu toch wel handig geweest als ook de hedendaagse burger had geweten hoe dan moet.
Mijn vader was een intelligente, vindingrijke maar onopvallende man. Hij straalde alleen gezag uit als hij dat nodig had. Misschien vreemd, maar ooit gaf hij mij ook zo'n mes. Daar bedoelde hij mee: Ik vertrouw je. Ik weet zeker dat je er alleen mee zult doen waarvoor het is bedoeld. Ik heb het nog steeds. Zo'n mes is - om maar iets te noemen - onmisbaar aan boord van een zeilboot. Om jezelf te kunnen redden door een val, een schoot, of een landvast los te snijden. We zeilden met vriendjes en vriendinnetjes op de Merwede bij Gorinchem. Dat kon toen nog. De vrachtvaart had wel voorrang maar niet zoveel haast.
Jaren later hebben Rietje en ik bijna alle wateren van Nederland bevaren. Omdat je toen op het water nog ruimte en rust kon vinden. Standsverschillen waren daar niet. Kameraadschap wel. De laatste vorm van pensioen- en vrijetijdsbesteding waarbinnen iedereen gelijk was. Helaas bleek alleman tijdens Corona opeens een boot te kunnen kopen. Daardoor liepen meren en vaarten vol met paranoïde egoïsten en onuitstaanbare statuszoekers die nooit varen hadden geleerd. Maar wel voorál groot en hard wilden. En nog steeds willen. Hoewel daarvoor, in ons kleine waterlandje, eigenlijk nooit plaats genoeg is geweest. Ik zou bijna blij moeten zijn dat we te oud werden voor het onderhouden van een schip.
Maar het aardige van oud worden is toch ook wel weer dat je niet bang meer bent voor de toekomst. Want momenteel ziet die er niet best uit. Dat kondigde zich in de jaren '60 en '70 al aan, maar niemand luisterde. Of deed aan vluchtgedrag. Nu is het allemaal nog véél erger dan toen voorspeld.
Intussen maken we ons druk om Woke. Terwijl ieders inzet hard nodig is om de aarde te doen overleven. Alle religies zijn vergeten de mens voldoende hersens mee te geven om te beseffen hoe dat nu nog kan. In plaats van, zoals voorheen, elkáár altijd de schuld te geven. Met de Kruistochten als gevolg. En let wel: die zijn wij begonnen. Niet de Moslims. Maar zoals het nu is kan het Gods' bedoeling toch nooit zijn geweest? En die van Allah ook niet, mag ik hopen...
Ik ga toch maar weer eens voetballen kijken.
Op televisie...