CHROEJTSJOW'S MUUR
1959 - VBDienst IV

We reden door een vredig slapend dorp. Dat kon niet anders als we naar de kazerne terug wilden. En dat wilden we graag. Erg graag. Douchen en slapen. Maar zo ver was het helaas nog niet. Plotseling werd de stilte ruw verstoord door een paar harde knallen. Even later nog één. En nog één. Een gebiedende stem uit het duister bulderde dat dit afgelopen moest zijn.
"Dat doen die drietonners, meneer", legde onze chauffeur uit. "Je zet het contact uit… wacht even … en dan weer aan. Flink wat bezinedamp in de cylinders en dus is het KNAL. Alsof er een granaat inslaat. Is soms wel leuk. Maar nu niet. Moet je niet doen. Zeker niet in een slapend dorp."
Dat bleek. Overal gingen lichten aan en klapten deuren open. Een tweede man in pyjama rende in paniek op ons af:
"Is het oorlog? Zijn de Russen nu al hier?"
Onze chauffeur probeerde ook hèm gerust te stellen.
"Nee, meneer, dit is maar een oefening. Als het oorlog was zouden wij dat heus wel weten."
Dat was kennelijk niet waar: er was wèl wat aan de hand. Alleen wij wisten van niks.
"En die muur dan?" hijgde de man. "Die muur dwars door Duitsland. Ze zijn hem nù aan het bouwen."
Een muur bouwen is iets anders dan oorlog voeren, dachten wij…
"Er is niets aan de hand, meneer. We hebben net een oefening achter de rug. Wij gaan terug naar de kazerne. Even douchen en dan naar bed. Een paar melige chauffeurs halen flauwe grappen uit. Zogenaamd om wakker te blijven en in het donker niet tegen een boom te rijden."
"Maar wat die generaal op TV zei. Over die muur. Dat is toch wèl waar, hè? Ze lieten foto's te zien in 't journaal. Vrachtwagens met stenen. Tanks met zoeklichten. Wachttorens met gewapende soldaten…"
Zijn stem stierf weg want de colonne ging weer rijden. We lieten de dorpelingen in verwarring achter. Niet leuk.
Maar in de kazerne was er wel degelijk sprake van wat ongebruikelijke activiteit. Met name in het gebouw van de SRO. De tweede verdieping was een soort van 'bovenbouw'. Lichting 58-5. Vier maanden eerder opgekomen dan wij. Nog twee maanden opleiding en dan naar de bestemming voor de rest van hun diensttijd. Meestal parate troepen. En 'paraat' betekent nu eenmaal direct inzetbaar. Het leek er al aardig op. Overal brandde licht en was er bedrijvigheid. Iedereen was aan het inpakken. Ook op oefening zeker, dachten wij. Want ook dáár raakte je aan gewend. Lag je een uurtje in bed en hup aankleden! Nu!! Lopen met volle bepakking in het stikdonker. Of zelfs kruipen op je buik door de modder van de Ginkelse Hei.
Typisch 't leger: kwamen wij net terug. Vies, moe, paar nachten nauwelijks geslapen. De ergste troep opruimen, douchen en eindelijk naar bed. Wat er nu boven aan de hand was geweest dat zagen we morgen wel.
Toen de ochtend aanbrak was het alweer doodstil boven. Lekker rustig.
Op het appèl was het ook erg rustig. Ongewoon rustig. Op een paar achterblijvers na. Die wachtten op vervoer naar een andere bestemming. Toen pas hoorden we dat hun opleiding was afgebroken en de meesten onderweg waren naar Schaarsbergen. Hun parate inzet was per direct vervroegd. En in 't leger is direct synoniem aan NU. Waarschijnlijk zaten ze op dit moment kastjes in te ruimen en vaandrig-knopen op hun uniform te prikken. Dat had Chroesjtsjov toch maar voor elkaar. Eén LK (eerste legerkorps) was weer compleet. Voor 't geval dat...
Aan de administratieve update werd ongetwijfeld hard gewerkt. De gebruikelijke plechtigheden waren komen te vervallen. Een eed afleggen kon later ook nog wel. Van een groepsfoto is het nooit gekomen. Die van ons kwam er wel. Drie maanden later. Chroesjtsjov's oorlog was weer wat 'kouder'. Met de gebruikelijke dreigementen. Aan de Russen ontsnappen via Oostblok-Duitsland was niet langer mogelijk. Complete dorpen werden rücksichtsloos afgebroken. 1387 kilometer muur en onafzienbare velden vol rollen prikkeldraad met versplinterende landmijnen waren in enkele dagen een feit. Vandaar de naam IJzeren Gordijn. Dat klinkt beter dan Muur-van-de-dood. Om de zoveel kilometer lugubere wachttorens met schijnwerpers, automatische wapens en veertigduizend (!!) man grenstroepen die mochten… nee, moesten schieten op alles wat bewoog. Alleen de helft van Berlijn hoorde nog bij "ons", maar was alleen via een 'luchtbrug' bereikbaar. Of via "Checkpoint Charlie". Maar dan diende Moskou-marionet Erich Honecker het daar wel mee eens zijn. Trouwens, als je er in mocht bleef het de vraag of je er ooit weer uit kwam. Ons werd afgeraden daar ooit nog op vakantie te gaan. Niemand die dat overwoog. Ook niet toen Oostbloklanden weer begonnen te exporteren.
Vanaf dàt moment wisten we weer dat het leger geen spelletje was. Dat we niet voor niets in dienst waren. En dat de Grote Oorlog dan weliswaar gewonnen was, maar er een andere oorlog op de loer lag. Als de Engelsen, Canadezen, Amerikanen, Franssen en Russen elkaar niet in Berlijn tegen waren gekomen was het Sovjetleger gewoon doorgelopen. Minimaal tot aan de Noordzee en het Kanaal. Stalin had tegen Hitler Duitsland weliswaar twintigmiljoen Russen de dood in gejaagd maar voor nòg eens honderdduizend draaide hij vast z'n hand niet om. Vandaar de NAVO. Als we daar toen niet aan hadden mee gedaan, spraken we nu waarschijnlijk Russisch.
Drie maanden later arriveerden tien van ons ook in Schaarsbergen. Drie kamers van drie waren al keurig ingeruimd toen mijn vader mij afzette bij het Officiershotel. Dus kwam ik als enige bij twee man Ouwe Hap terecht. Twee van onze vroegere bovenburen. Qua inburgering had ik het niet beter kunnen treffen. We zijn ons hele leven echt bevriend gebleven. Maar dan ook écht. Met elk van de laatste twaalf jaar een soort van Kouwe Oorlog Reünie. Meestal op plekjes waar we in dienst geweest waren. Nu samen met de moeders van onze uitgevlogen nazaten die onze dienstverhalen nog steeds geduldig aanhoorden.
Maar de laatste drie jaar hoeven ze dat niet meer. En met je eega heb je elke dag een reünie.
Als ze dat nog konden, zouden ze nu zeggen:
"Zijn we even weg… komt er toch nog oorlog."
Ja, jongens, de vrede mist jullie.
Maar ik mis jullie nog 't meest…