Oorlogsverleden II

Tot mijn verbijstering hebben de huidige generaties nu al geen idee meer van wat hun voorvaderen (en -moeders) op hun geweten kunnen hebben. Ik zeg kùnnen hebben want die waarschijnlijkheid was niet erg groot. Het is gelukkig gebleven bij een relatief klein percentage, meestal jonge, avonturiers (SS) en laffe burgers (NSB).
Maar de eerste soort moet je opdelen in NSB-ers die er geen moeite mee hadden om hun medemensen - voornamelijk Joden - de dood in te jagen. Heel erg FOUT dus.
Een tweede categorie was het eens met Adolf en hing de denkbeelden van het Nationaal Socialisme aan. Een politieke keuze dus. Maar wel gevreesd omdat je niet wist hoe ver ze voor die keuze wilden gaan. Verraad, wel of niet onder druk van de bezetter, lag erg voor de hand. Gevaarlijk FOUT.
De derde categorie sloot zich aan omdat ze dachten hun relatief makkelijke leventje zo goed mogelijk voort te kunnen zetten. En/of hun bezittingen waaronder niet zelden bedrijf te kunnen behouden. Sommigen kònden (deels) ook worden gerekend tot de volgende categorie. Meestal niet gevaarlijk.
Die vierde categorie werd ook wel gezien als 'Goede NSB-ers'. Dat waren in feite goede burgers, of zelfs meer dan dat, die willens en wetens hun goede naam als vaderlander te grabbel gooiden, voor de NSB tekenden, teneinde in de positie te kunnen blijven waarin ze ondergeschikten en andere medeburgers niet in de steek hoefden te laten. En vaak ook in staat waren slachtoffers van het Duitse regime - waaronder niet zelden Joden en andere gezochte personen - op tijd te laten waarschuwen, van verzet verdachte medeburgers lieten onderduiken, gevangenen hielpen te ontsnappen, enzovoort.
Dikwijls waren dat mensen in openbare functies waaronder burgemeesters en politie functionarissen. Dat zij daarbij, naarmate de bezetting duurde, zelf steeds meer risico liepen behoeft nauwelijks uitleg.
En àls zo iemand dan door de mand viel dan was er ook geen redden meer aan. Ze stonden bekend als collaborateurs en hun lijst van goede daden bleef verborgen om de door hen geredde burgers niet alsnog te moeten overleveren.
Laten we niet vergeten dat de bezetters weliswaar in uniform rondliepen, maar ook niet de mannen waren die Adolf aan het front wilde hebben. Een deel daarvan was gedwongen om het leger in te gaan en wilde niets liever dan terug naar huis. Een aantal van hen werd ook wel aardige Duitster genoemd.
Maar een ander deel had "thuis" nooit iets te zeggen gehad, maar als bezetter wel. Het front hadden ze weten te ontlopen (je mocht eens moeten sneuvelen voor je idealen) en als bewaker van bezette gebieden kon je je risicoloos uitleven. Dat waren de gevaarlijkste. Vaak niet gespeend van de meest wrede vormen van sadisme.
Ik ben niet voor of tegen de monarchie in z'n huidige ceremoniële vorm, maar na de Duitse inval voelde het grootste deel van ons Nederlanders zich aan hun lot overgelaten. En dat was wel te begrijpen.
Want zowel regering als het koningshuis zaten al in Engeland (en later Canada) voordat het Duitse leger het Noordzeestrand had weten te bereiken. Daar hadden ze toch nog acht dagen oorlog voor nodig. Meteen daarna volgde het organiseren van de bezetting.
Hitler had bij verrassing in een paar uur tijd het hart van Rotterdam in brand gebombardeerd om ons verzet te breken en was dus tegelijkertijd over ons schamele legertje heen gewalst. Met achterlating van een groot aantal dode en gewonde gemobiliseerde dienstplichtige militairen. Burgers in uniform met antieke geweertjes. Officieren hadden ook een sabel. Voor een lijf aan lijf gevecht, naar ik vermoed. Dat ding heeft jaren bij ons aan de muur gehangen. Als somber relikwie. Want wat we aan beroepsleger hadden vóór de mobilisatie in 1938 stelde niks voor. We zouden immers wel weer als neutrale pacifisten te boek staan. Mooi niet…eh… helaas niet!
In WO I waren we met rust gelaten omdat we toen strategisch onbelangrijk waren. En de regering van Gerbrandy dacht daarom ook ditmaal die dans te kunnen ontspringen. En stelde de burgers per radio gerust met de historische woorden: "Landgenoten, gaat u rustig slapen." Niet dus. De volgende dag lag Rotterdam in puin. Op 14 mei 1940 tussen 13.27 en 13.40 uur. Blitzkrieg noemde Adolf dat. Tussen de acht- twaalfhonderd Rotterdammers zouden nooit meer wakker worden. Zonder archieven heeft men dat aantal nooit precies kunnen achterhalen.
Anders dan bij WO I zag Adolf in Nederland een prachtige springplank om ook Engeland er meteen even bij te veroveren. Op de kaart leek dat dichtbij. Maar per schip was het toch een heel eind. Het was niet de laatste keer dat hij zich vergiste. En zijn aanhangers ook. Wat wil je: een gewezen kunstschilder als legercommandant.
Engeland was min of meer "eigenaar" van het hele Gemene Best ofwel de halve wereld aan gekolonialiseerde, aan voedsel en grondstoffen rijke, maar onderontwikkelde landen.
We hebben het aan het genie en de stalen standvastigheid van Churchill te danken dat Adolf nooit een voet op dat grote eiland heeft kunnen zetten. Ondanks de ook daar enorme verwoestingen door vliegtuigbommen. Pas toen Engeland met hulp de mede-geallieerden z'n luchtmacht weer op peil had, keerde het tij en gingen de bommen de andere kant op.
Zoals eerder opgemerkt viel De NAZI-gedachte helaas goed bij nogal wat Nederlanders. Net als een groot deel van Het Duitse volk geloofden ze in een nieuwe orde waar ze zich gehoord meenden te voelen. Zij sloten zich aan bij de NSB. En er waren anderen die zelfs dienst namen bij Hitlers gevreesde elite troepen de SS. Vooral dat van die Germaanse Supermensen beviel veel onderkruipsels wel. Het waren verdacht veel dommekrachten die opeens wat te zeggen kregen.
Maar nòg veel erger: in het nationaal archief van verraders en andere oorlogsmisdadigers zijn ook namen terecht gekomen van mensen die tijdens de bezetting van Nederland juist niets misdaan hebben. Sterker nog er staan namen in van inmiddels overleden mannen en vrouwen die hun leven hebben gewaagd, en zelfs verloren, om ons Nederlanders de vrijheid terug te geven.
"Ach", zeggen degenen die verantwoordelijk zijn voor het digitaliseren en openbaren van de 85 jaar geheim gehouden archieven, "wat maken die paar foutjes nou uit? Ze zijn toch allemaal al dood."
Ik heb de oorlogswinter in Rotterdam bewust mee gemaakt. Ik besef dat ik kind was met overal om ons heen profiteurs, verraders, moordenaars en jodenhaters die wellicht voldaan en nog net niet juichend deportatie-treinen hebben staan nakijken. Wat waren dat voor mensen? Landgenoten ja. Buren wellicht ja. Familieleden? Nee.
Onze familie woonde in Dordrecht en was zonder uitzondering goed. Maar was ik één deur verder geboren misschien wel fout. Zouden die mensen zonder een spatje geweten dat nu wéér doen als nu we weten wat voor verschrikkelijke gevolgen hun daden hebben gehad?
Ik groeide op tussen louter goede vaderlanders die ook hier verschrikkelijk hebben geleden onder het wreedheden van monsters die de kans kregen om hun sadistische inborst vrijelijk uit te leven op elke man, vrouw of kind die hen in de weg liep. Of misschien dàt niet eens.
Is de mensheid gemiddeld genomen dan ook maar een haar beter dan het menselijk uitschot dat 86 jaar later en dus uitgerekend op dit moment in Congo loopt te moorden en verkrachten omdat ze daarmee kennelijk in hun dierlijke behoeften voorzien? Wat is het verschil? De huidskleur? Blond haar?
Kom nou…