Premier Pius XII

07-02-2025


Ik kom uit de tijd dat de Paus ons land nog mee regeerde. Dat deed Pius XII tot 1958. Net als z'n voorgangers. En nog een paar opvolgers. Dat is dus nog niet zo lang geleden. Gezien in het licht van na-oorlogse geschiedenis. Ik was er al en werd net twintig.

Wat zeg je? Dat ik vast een geintje maak? Dat Nederland toen allang een democratie was. Wat had dat nou met regeren te maken? Je had wel eens wat beter op mogen letten bij geschiedenis!

Dacht je dat Rome (het Vaticaan dus) hier niks te zeggen had? Scheiding van Kerk en Staat en zo? Kom nou. Alle Rooms Katholieken stemden KVP. En die partij zat ook al die tijd in Kamer en Kabinet. Als je dat geen "mee-regeren" mag noemen, hoe noem je het dan wel?

Stemmen op de Katholieke Volkspartij was de "dure" plicht van elke "Rooms Katholiek". Dat werd van Hogerhand voorgeschreven. Vanuit Rome dus. Anders kwam je als Rooms gelovige in het Vagevuur terecht.  Minimaal. Dat was een voorproefje van de Hel. Of vast een eerste afstapje. Hoe dan ook, het was daar vast ook al veel te warm. Of de hel echt wel bestond dat trok toen nog niemand in twijfel.

Nòg gekker: aldaar aangekomen zou je in het Vagevuur uitsluitend Katholieken aangetroffen hebben. Protestanten hadden daar geen last van. Wij geloofden niet zo definitief in Gods Rechtbank. Hoe dat nu is onder mijn vroegere geloofsgenoten weet ik niet precies. Maar echt nog bang voor overplaatsing naar een soort van tropische strafkolonie zijn ze zeker niet. Meer van: we zien tegen die tijd wel wat er van komt. Of we zien dan toch helemaal niks meer...

O ja, Nederland was en is een democratie. Al heel lang vóór de jaren '50 en '60. Dat stond vast. Maar als het om onze politieke voorkeur ging, dan had meneer Pastoor veruit de meeste zendtijd. Ook en vooral toen er nog helemaal geen televisie was. Zeven dagen per week kon hij dreigend over zijn kudde uitgalmen dat er toch vooral diende te worden gestemd op de Katholieke Volks Partij. De KVP.
Op straffe van Vagevuur en Hel als je het lef had om dat niet te doen. Dat was een risico wat geen enkele katholiek durfde nemen.

 "Waarom niet?" hoor ik je nu zeggen. "Stemmen is en was toch ook toen al geheim?" Ja, maar ook dáár had de kerk wat op gevonden: het was verplicht om ook dat soort zonden op te biechten bij Meneer Pastoor. Die vroeg er trouwens ook naar: “heb je echt wel op Gods partij gestemd?” Dus was er geen ontkomen aan.

Hoe ik dat allemaal zo goed weet? Ik woonde in ons stadje pal naast de Katholieke kerk. Met tussen kerk en onze voordeur slechts de pastorie, een wijkgebouw met een 'etalage' vol afschuwelijk gesneden, beschilderde kruis- en lijdenswegsymbolen, Mariabeeldjes, wijwaterbakjes, rozenkransjes en andere tastbare bewijzen van geloofsdevotie.
 “Hier te verkrijgen
." Tegen betaling uiteraard. Anders werkte het niet.

Maar aan de herrie viel niet te ontkomen. Zo dik waren onze muren nu ook weer niet. Of het lawaai te hard. In hun trappenhuis.

De Roomse kerk is dol op geld. Daardoor hebben ze ook zo veel van. Ik moet wel toegeven dat ik nooit bij de buren binnen ben geweest. Dat was een totaal andere wereld daar achter die andere voordeuren. Meneer Pastoor kwam wel zo af en toe bij ons. Dan sprak hij mijn moeder met haar MS moed in. Ook al was ze Luthers. Aan mijn vader vertelde hij de laatste moppen die hij in zijn kerk niet kwijt kon. En in die enorme tuin naast de onze, gescheiden door een stenen muur, reed hij met wapperende rokken rondjes op een heel licht motorfietsje. Vanaf de tweede of derde etage waren we de enige, mogelijke getuigen van deze vorm van brevieren. We mochten die man wel.

's Morgens vroeg om half zeven riep een trio enthousiaste kerkklokken op tot de dagelijkse vroegmis. Wekker overbodig. En dat was de bedoeling ook. Altijd. Behalve op zondag. Dan galmden die dingen pas om elf uur. Kon je 's middags nog net naar het voetballen.

Ooit geweten? Elke dag naar de kerk? Nou en of dat zo was. Daar staat de Islam heus niet alleen in. Maar je kon nog wel kiezen. Tussen de ochtend- en de avondmis. Fijn hè.

Ondanks het voorgaande gold Nederland al vanaf de 15e eeuw als toevluchtsoord voor hen die het geweld van de inquisitie wisten te ontlopen. Want wij vervolgden niet en leverden niemand uit. Zeker niet na onze opstand tegen Philips II *). Juist vanwege de bloedige vervolgingen der Spaanse inquisitie. Nota bene uit naam van het Vaticaan. We hebben er tachtig jaar over gedaan om een vrij land te zijn.

In de zuidelijke landen werden katholieke deserteurs vervolgd met knoet en knevel. Hoe dichter bij Rome des te zwaarder de straf. Gelovigen die het aandurfden het Vaticaan openlijk te verdenken van geldklopperij, machtsmisbruik en zelfs chantage waren hun leven niet langer zeker.
Zij zochten en zochten maar vonden nergens in de Heilige Schrift iets dat de financiële afkoopbaarheid (de aflaat) van zonden wettigde. Daar zou zeker Onzelieveheer nooit zijn zegen aan hebben gegeven.

De critici werden daarin voorgegaan door Luther, Calvijn en Zwingli. De eerste spijkerde in 1513 maar liefst 95 stellingen op de kerkdeur van Dillenburg. Kennelijk een soort van mededelingenbord bij gebrek aan ochtendkrant. Zo vlug was Laurens Jans Coster nu ook weer niet.

Maarten Luther was niet zo maar een monnik die aardig schrijven kon. Nee, hij was een tot dan toe geëerbiedigd theoloog binnen de rooms katholieke kerk en wist dus duvels goed waar hij het over had.

Hij kwam in opstand tegen het ontfutselen van geld, ook en vooral van de allerarmsten. Ook hen zou bij het niet (kunnen) betalen van openstaande rekeningen de toegang tot de Hemel worden ontzegd. Luther vond dat uitbuiting zo niet afpersing en oplichting. En dat was het natuurlijk ook.

Zijn toenmalige Pauselijke baas evenwel zag Broeder Maarten als mogelijke veroorzaker van het opdrogen der kerkelijke inkomensstroom die onmisbaar was voor de indrukwekkende pracht en praal. En Geld had kennelijk zelfs in het Vaticaan ook toen al meer aanbidders dan het Goddelijke. Hij gaf Luther de Rode Kaart: uit mijn ogen en nooit meer terug. "In de Ban" dus. De zwaarste kerkelijke straf. 

 Als meedenkend "Lutheraan" vluchtte mijn overgrootvader als refugié vanuit Frankrijk naar de Zeeuwse eilanden. Dat deden duizenden ex- katholieken in die tijd. Geen idee hoe ik het als Fransman zou hebben gedaan. De taal is misschien mooi maar die ligt me niet. Dus ben ik mijn over-opa dankbaar! En dat hij zijn dochter Adrienne Cornelie Leonore meebracht des te meer. Mijn oma dus.

Helemaal niet geloven was geen optie. God bestond gewoon. Punt. Niet alleen doordat het Christendom pauselijk werd afgedwongen, maar vooral omdat het zodanig was verweven met het dagelijks leven, dat het nog in niemand was opgekomen om het hele Christendom ook maar meteen ter discussie te stellen.

Trouwens, in afsplitsen zijn we, net als in polderen ook altijd goed geweest. Naast voor meer dan de helft gehoorzame Rooms Katholieken telde ons land medio voorgaande eeuw voor de andere helft legio Hervormde plus Strenge en Vrijzinnige afsplitsingen. Van hen werd evenwel verwacht dat er op z'n minst gestemd werd op de Christelijk Historische Unie of de Anti Revolutionaire Partij. Wellicht om het KVP-geweld ietwat te beteugelen.

Daarmee bleek het bestaan van God voorlopig weer veilig gesteld. Dat in twijfel trekken durfde
eigenlijk niemand. Ook “protestanten” niet. Immers, stel je voor dat die aarzeling in Petrus' databank was geregistreerd. En dat bij aankomst zou blijken dat je het mis had…

Safety first, dat is ook zo'n typisch Hollands karaktertrekje. 

Maar wat ik toch wel erg dubieus blijf vinden is dat we bij elke landenwedstrijd van Oranje ijzerenheinig zingen:

*) “De Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd….”