Vergeten Fenomeen

Ik zie hem nog zitten die eerste keer. Nu al bijna een halve eeuw geleden. Daar helemaal achter in het theaterperspectief van zijn langwerpige, ietwat protserige directiekamer op Hoog Catharijne.
Zodra je werd binnengeleid, moest je eerst om een soort van sokkel heen waarop een gigantisch schaakbord stond. Met de zwarte Koning aan jouw kant. Dan wist je meteen waar je aan toe was. Uitverkoren zijn om te mogen toetreden tot het domein van Joop van Oosterom. Maar wel meteen op achterstand. Wat hij van mij verwachtte? De uitleg van wat hij kon en niemand anders. En dat hij je daarvan net genoeg kon leren om er zeer ruim van te kunnen leven. Als je voor hem kwam werken.
Alles was groot in die enorme kamer. Behalve Joop zelf. Maar ook een kleine doos kan een grote schat bevatten. In dit geval een digitaal brein. Ik denk dat Joop schaken beschouwde als een soort materiële weergave van oneindigheid. Hij maakte het onzichtbare zichtbaar. Dat was ook zo'n bewijs van zijn genialiteit. Hij benaderde de oneindigheid van een digitale wereld door die te vergelijken met de exponentiële eigenschappen van het schaakspel. Leg maar eens één rijstkorrel op het eerste vak van een schaakbord, twee korrels op het tweede, vier op het derde, acht op het vierde, zestien op het vijfde, enzovoort. Bij vak 64 weet je hoe hij ooit tot die vergelijking kan zijn gekomen.
Joop heeft best geweten wat er verborgen zat in zijn kleine verschijning met die, ingehouden lachlust opwekkende, hoge stem. En hij heeft dat bewezen ook.
Joops' levenswerk is zonder twijfel de bron geweest waar 's werelds grootste imperium voor software implementatie zijn explosieve groei aan te danken heeft. Het juiste genie op het juiste moment.
Toen Volmac, nu Capgemini.
Anderen die van zichzelf denken dat Capgemini door hèn is opgericht en uitgebouwd, hebben dáár misschien wel gelijk in. Maar zonder de geniale gedrevenheid van Joop hadden ze niets gehad om te verkopen. Nog geen kilobyte. Omdat alleen hij feilloos de weg wist in elk digitaal labyrint. Ook als daar nog nooit iemand was geweest. Laat staan ooit weer uitkwam.
Een man als Joop ontmoet je maar eens in je leven. En dan alleen als hij je nodig heeft. Dat was op zichzelf al een unieke ervaring die lang niet voor iedereen was weggelegd. Joop had een fijne neus voor wie hem op één of andere manier van dienst kon zijn. En dan mocht je op audiëntie in zijn heiligdom. Dan werd je uitgenodigd om, hoe relatief klein ook, een bijdrage te leveren aan het imaginaire bouwwerk dat bezig was te ontstaan dankzij dat intelligente hoofd vol digitale en educatieve geheimen.
Politici zijn altijd bezig zichzelf te promoten. Maar dàt was Joop volkomen vreemd. Het interesseerde hem geen barst in het middelpunt te staan of aardig te worden gevonden. Geld boeide hem ook niet. Zijn bankrekening liep toch wel vol. En dankzij hem die van vele anderen ook. Maar hij was met unieke creaties bezig. Gedreven door een onderhuidse obsessie. Indertijd vroeg ik mij af of hij zèlf wel eens had geprobeerd te formuleren waar hij écht naar op weg was. Maar zoiets vroeg je hèm niet.
Joop blonk ook niet uit in medemenselijke kwaliteiten. Integendeel. Empathie was hem totaal vreemd. Dat was geen arrogantie. Die dingen interesseerden hem gewoonweg niet. Hij had een ander doel op het oog. En dat had altijd voorrang.
Bill Gates knutselde de eerste computers in elkaar. Steve Jobs opende de deur naar een totaal andere wereld. Maar Joop bezat de sleutel van het digitale HOE.